Kunstbeeld | Interview Martijn & Jeannette Sanders , Stedelijk Museum | Amsterdam (NL)
Mirthe Berentsen | In het Stedelijk Museum in Amsterdam is op dit moment een van de belangrijkste Nederlandse privécollecties te zien: de kunstwerken van Martijn en Jeannette Sanders. Onder de noemer 'BAD THOUGHTS' - naar het gelijknamige werk van Gilbert & George uit 1975 – zijn zo’n tweehonderd werken te zien die zich kenmerken door een sterk verhalend karakter en aantrekkingskracht naar de schaduwkant van de mens. Jeannette Sanders: “Een galeriehouder zei ooit tegen ons: jullie verzameling is als behang dat van het hart afgescheurd is. Een heftige uitspraak, maar ergens klopt het wel.”
Het is geen toeval dat de collectie een zekere psychologische diepgang en dramatiek bevat. Martijn Sanders was 25 jaar directeur van het Concertgebouw en is tegenwoordig voorzitter van het Holland Festival terwijl Jeannette Sanders lange tijd in de sociale psychiatrie heeft gewerkt.
Wie met het echtpaar Sanders praat, valt van de ene anekdote in de andere; over de tuin van Gilbert & George, de eerste Cindy Sherman die ze in 1981 voor 400 dollar kochten, de poppetjes die Keith Haring op besneeuwde autoruiten tekende, de schoenen die Jeannette van galeriehouder Adriaan van Ravesteijn kreeg bij wijze van korting, over woeste katten die niets liever deden dan onder hun allereerste schilderij (in 1971) van Peter Struycken kruipen. Ze vullen elkaar aan, maken grapjes en spreken vol liefde over hun levenswerk. Martijn Sanders: “In 1981 zaten wij, hoogzwanger, in Venetië aan het zwembad. Ik bladerde door een kunsttijdschrift en zag het werk van Robert Longo. We waren op slag verliefd. Het werk dat je in de tentoonstelling ziet is een van onze favorieten, en nu beroemd door de aftiteling van de serie Mad Men.”
En niet alleen Longo is favoriet. Er is een speciale zaal ingericht met werken van Anselm Kiefer. Wat is jullie band met zijn werk?
M.S.: "Kiefer heeft ons leven veranderd. We vroegen aan Armando wat het werk Siegfried vergisst Brünhilde precies betekende. Hij nam ons mee naar de opera van Wagner tijdens de Festspiele en vertelde ons het verhaal van Brünhilde en Siegfried. Ik was zo onder de indruk. Drie jaar later solliciteerde ik voor de functie van directeur van het Concertgebouw, en dat ben ik 25 jaar geweest. Dat komt allemaal door dat schilderij."
J.S.: "Kiefer was uitgestoten in Duitsland, niemand wilde het toentertijd hebben. Voordat we dit werk kochten hadden we eigenlijk alleen conceptuele kunst. Met dit werk kwam de geur van olieverf voor het eerst in ons huis."
Jullie collectie leest als een dagboek. Wie er doorheen loopt, loopt door een intiem en persoonlijk verhaal. De tentoonstelling is het verhaal van jullie leven, jullie keuzes, jullie huwelijk. Wilden jullie het daardoor niet eerder delen met het publiek en hebben jullie je voorbereid op eventuele negatieve reacties?
J.S.: "Zeker. Toen wij destijds gevraagd werden door Wim Beeren (voormalig directeur Stedelijk Museum red.) wilden we onze hobby privé houden en we hebben toen alleen een klein kabinet gehad (in de tentoonstelling Wat Amsterdam Betreft… in 1985, red.). Daarop hebben we ook negatieve reacties gehad omdat we werken aangekocht zouden hebben vanwege de investering, wat zeker niet het geval was. Daar kun je je moeilijk tegen verdedigen."
M.S.: "We lopen nu tegen de zeventig en er is zoveel gedoe geweest over ons in de publiciteit, vooral door mijn werk, dat we er ook een beetje onze schouders over ophalen. We hebben ontzettend veel positieve reacties gekregen. Er is nu een mogelijkheid om het niet alleen aan het publiek te laten zien, maar ook aan de kunstwereld. Er komen kunstenaars en galeriehouders die eindelijk kunnen zien in welke context bepaalde werken zijn aangekocht."
Zijn er aankopen geweest waar jullie het absoluut niet over eens waren?
M.S.: "We hebben wel eens een discussie, maar we hebben als stelregel dat we elkaar nooit tegenhouden."
J.S.: "Nou ja, zeg het maar Martijn…"
M.S.: "Het is al heel vaak aangehaald, maar het enige waar we het niet over eens waren was de aankoop van Schade, daß Wols das nicht mehr miterleben darf van Kippenberger."
J.S.: "Ik vond het toen ontzettend heftig. Nu snap ik dat echt niet meer, het is zo braaf."
Een hele praktische vraag: jullie hebben zo veel werken, hoe houd je dat bij?
J.S.: "Nou ja, je begint met kopen en je eindigt met verzamelen."
M.S.: "Mooi gezegd! Die moeten we er in houden."
J.S.: "Het is een glijdende schaal. Je bent niet opeens verzamelaar. In het begin deden we niets want toen wisten we nog wel zo’n beetje wat we allemaal hadden. Later gingen we de werken op kaartjes zetten en hadden we allerlei soorten criteria om het te ordenen, bijvoorbeeld voor of na de geboorte van onze dochter."
M.S.: "En in welk huis we woonden."
J.S.: "Op een gegeven moment ging dat gewoon niet meer. Nu staat het op de computer en in een papieren systeem. Daar zit dan alles bij, de correspondentie met de kunstenaar, de rekening, foto’s, opmetingen, etc."
Is er dan wel eens iets kwijtgeraakt?
M.S.: '"Ja, een keer zijn we door het Guggenheim gevraagd of ze een werk van Clemente mochten lenen."
J.S.: "Het Guggenheim werkt heel lang van tevoren en dus kwamen ze drie jaar voor de opening bij ons langs en toen konden we dat werk niet meer vinden. Dat was vreselijk. In de opslag was een verhuizing geweest en er was een soort schutting voorgezet; pas na een jaar vonden we het weer."
M.S.: "Dat was zo’n ontzettende opluchting. We waren er echt fysiek niet goed van, slapeloze nachten hebben we gehad."
Doordat de rol van het museum als verzamelaar onder (financiële) druk staat, spelen particuliere verzamelaars een steeds grotere rol. Alleen al dit jaar is er jullie tentoonstelling in het Stedelijk, de collectie van Jan Bouman in het Groninger Museum, en van de De Heus-Zomer in Boijmans Van Beuningen. Is daar een verklaring voor?
M.S.: "In het buitenland zie je al veel langer dat verzamelaars en musea samenwerken en in Nederland was dat heel lang not done. Nu zie je dat dit langzaamaan toch steeds vaker gebeurt. Daar zit heel vaak een financieel motief achter bij de musea. Dus ja, die relatie is aan het veranderen."
Goethe heeft ooit gezegd dat verzamelaars gelukkige mensen zijn. Kunnen jullie je daar in vinden?
J.S.: "Absoluut, als ik ons huis in loop en werken van Christopher Wool en Jan de Cock zie, word ik heel gelukkig."
Of is het verzamelen meer een verslaving?
M.S.: "Ergens wel, het lukt ons niet los te komen van het verzamelen. Zoals Marc Quinn in zijn sculpturen Emotional Detox laat zien. Het is niet voor niets het eerste werk bij binnenkomst in de tentoonstelling…"
'BAD THOUGHTS'
Collectie Martijn en Jeannette Sanders
20 juli t/m 9 november 2014
Stedelijk Museum, Amsterdam
Hier zijn video's van het echtpaar en hun collectie te zien. Gepubliceerd op 21 juli 2014 op Kunstbeeld





