NRC Handelsblad | Ai Weiwei, Martin Gropius Bau (Berlin, DE)
NRC Handelsblad | Cultureel Supplement
Het beste werk is Ai's afwezigheid
Een op schaal nagebouwde isoleercel in het werk <81>, handboeien van jade, kristallen kledinghangers, een verzameling computers, harddisks en USB-sticks. Na zijn vrijlating werden deze alledaagse voorwerpen niet alleen een belangrijk bewijs en aandenken aan zijn eenzame, 81 dagen durende opsluiting, maar bovenal een aanklacht tegen China. 's Werelds meest geliefde dissident Ai Weiwei (1957) verzamelde alle <Evidence> die hij kon vinden en stelde het onder deze titel tentoon, in het Berlijnse Martin Gropius Bau. Sinds zijn plotselinge arrest in 2011 is het hem verboden om China te verlaten. Het beste werk, zo liet Ai in een videoboodschap op de opening weten, was dan ook zijn eigen afwezigheid.
En dat klopt. Lopend door de 18 zalen gevuld met werken van 1987 tot nu zie ik weinig dat ik nog niet eerder heb gezien. In een nieuwe vorm, laat Ai al jarenlang dezelfde werken van de band rollen. Vazen, fietsen, krukjes en een boze dikke man. Wat bijblijft is zijn afwezigheid, de stroom aan Tweets over zijn eigen exposities waar hij alleen gemedialiseerde toegang tot heeft. Een groot deel van Ai’s kunst is van voorbijgaande aard. Kunst met een sterk activistisch karakter komt vaak met een moraal, en dat laat weinig ruimte open voor de verbeelding. Grapjes, zelfs goede en serieuze grapjes zoals Ai ze soms maakt, zijn een tweede keer een stuk minder raak.
Leven
Van 1981 tot 1993 woonde Ai in New York, waar hij de regels van de westerse kunstmarkt leerde kennen. De kennismaking met de ready-mades van Marcel Duchamp hebben een enorme invloed op zijn werk zoals te zien is in vroege installatiewerken als <One Man Shoe> (1987) en <Untitled> uit 1988. Maar bovenal in <Very Yao> (2009-2014) bestaande uit op elkaar gemonteerde fietsen, als eerbetoon een de vermoorde Yang Jia, die een fiets gestolen zou hebben en <Stools> waarin 6000 oude krukjes uit de Ming- en Dingdynastie werden verzameld. Het lijkt een directe verwijzing naar het 100 jaar eerder gemaakte <Roue de bicyclette> van Duchamp uit 2013, een op een kruk gemonteerd fietswiel, dat het begin van de moderne en conceptuele kunst inluidde.
Er zijn twee systemen die Ai Weiwei als geen ander kent en weet te manipuleren; de westerse kunstmarkt en het Chinese regime. Opgegroeid in een heropvoedingskamp in de provincie Xinjiang, waar zijn vader, dissident-schrijver Ai Qing, wc’s moest schoonmaken zijn Ai’s antennes perfect afgesteld op de willekeur van de Chinese autoriteiten. Hoe harder de Chinese staat hem bijt, hoe harder Ai schreeuwt en hoe beter het Westen hem hoort. Net als zijn grote voorbeelden Duchamp, Warhol en Beuys is Ai een ster in het bespelen van de pers en zijn leven omzetten in spektakel. Met een jongensachtige bravoure provoceert hij, ontregelt het systeem van binnenuit, en speelt de heersende conventies en gedragsregels tegen elkaar uit.
Tijdens de afgelopen Partijcongressen in Beijing mochten taxi-ramen niet open en werden afgeplakt met tape, zo is te zien in de fantastische video <Taxi Window Crank> uit 2012. Passagiers konden zo geen revolutionaire pamfletten via het raampje naar buiten gooien, aldus de achterliggende politieke gedachte. Het klinkt, in een tijd van sociale media, al net zo absurd als de schermen die bij het staatsbezoek van president Xi aan Nederland haastig werden opgesteld toen hij het Paleis op de Dam bezocht; en zo het handjevol demonstranten uit het zicht onttrok. Het zijn de scherpe observaties van dit soort bespottelijke, haast lachwekkende oplossingen waarin Ai op zijn best is. Als hij de moraal loslaat en ruimte geeft voor eigen gedachtes over het gevaar van willekeur.
En daarmee is Ai niet alleen een criticaster van zijn eigen China maar bovendien van de dubbele moraal van het westen. Honderden journalisten en politici bewandelden de pelgrimsweg naar zijn studio. Je voor Ai inzetten is een vorm van moderne aflaat geworden. Politici spreken als zondigende katholieken hun solidariteit uit, subsidiëren de tentoonstelling ruimhartig (2,6 miljoen per jaar aan het Martin Gropius Bau) om vervolgens met de handelsmissie uit Beijing te gaan dineren. Zolang de bilaterale betrekkingen met China geen gevaar lopen, kan er prima in een bijzin over kunst en mensenrechten gesproken worden.
Ai is een van de weinige kunstenaars in China die in staat is om op zo’n enorme schaal kunst te maken; hij verdient miljoenen per verkocht werk en heeft een grote, invloedrijke en bovendien rijke aanhang, zowel internationaal als in China. Ondanks, of misschien wel dankzij, de Duitse steun maakt Ai een dikke knipoog met zijn nieuwe werk <Han Dynasty Vase with auto paint> naar de Duitse auto-industrie die jaarlijks voor miljoenen euro’s Audi’s, Volkswagens en Mercedesen verkoopt aan China. Acht oude vazen uit de Han-Dynastie (202 v.C.–220 n.C.) werden met glanzende metallic autolak bespoten. Het is de zoveelste voortzetting van de bekende fotoserie die begon met <Dropping a Han Dynasty Urn> uit 2005, waarin Ai een eeuwenoude, peperdure Han-vaas stuk laat vallen. Het zijn dit soort simpele en onomkeerbare ingrepen waarmee Ai de harde bewijzen levert die hij, en andere kunstenaars in China, zo hard nodig hebben om aandacht te krijgen voor de misstanden in hun land. Toch is er meer nodig dan dure vazen die de wrijving tussen Oost en West glanzend illustreren. Het kritisch kijken naar je eigen geschiedenis, leven en maatschappij; zelfs als dat eigenlijk niet mag.
*** (3 sterren)
Ai Weiwei <<Evidence>> | 3 april – 7 juli 2014 | MARTIN-GROPIUS-BAU | Niederkirchnerstraße 7, Berlijn (DE) www.gropiusbau.de
Gepubliceerd in het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad op 10.04.2014


