Vrij Nederland | Laura Poitras
‘Verlies van privacy leidt onherroepelijk tot verlies van vrijheid en democratie’
Laura Poitras is de vrouw aan wie Edward Snowden de NSA-documenten gaf die wereldnieuws werden. Haar film Citizenfour, volgende week op IDFA, toont het ontstaan van een journalistieke scoop.
De wrange ironie ontgaat niemand. Vanaf het dak kun je de installatie zien van de duizenden lichtgevende ballonnen die dit weekend zullen herinneren aan de val van de Berlijnse muur en de bevrijding van een controlestaat, vijfentwintig jaar geleden. Zojuist hebben we in Kino International - tot 1989 het Filmpalast van de DDR, de bioscoop waar Honecker zijn eigen kamer had voor feestjes - de Duitse première gezien van Citizenfour, de film waarin Laura Poitras het verhaal vertelt dat we allemaal al kennen uit het nieuws. Met een belangrijk verschil: ze neemt je mee naar Hong Kong, mee naar de hotelkamer op de tiende verdieping van het Mira Hotel. Opeens ben je erbij, op het moment dat er geschiedenis wordt geschreven door een jongeman die niet langer mee wil werken aan een systeem dat de vervolmaking beoogt van controle over burgers.
Tien minuten geleden stond het podium van de kino nog vol met veertig, vijftig mensen die allemaal een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van de film en bijna allemaal in Berlijn wonen. Opvallend veel advocaten, leden van de Chaos Computer Club en WikiLeaks, onder wie Sarah Harrison die Edward Snowden begeleide uit Hong Kong naar Moskou, journalisten, kunstenaars, hackeractivisten zoals Jacob Appelbaum, een handjevol schuchtere politici, en de voltallige crew, geheel bestaande uit vrouwen. Tegen de achtergrond van een glinsterend, restjes Oostblokromantiek verradend gordijn staat hier post-Snowden Berlijn. 'Het verlies van privacy leidt onherroepelijk tot verlies van vrijheid en democratie, dat weet deze stad als geen ander,' aldus Laura Poitras, die aan den lijve heeft ondervonden hoe moeilijk het was om over dit thema een film te maken. 'Toen ik begon met filmen, wist ik dat ik heel voorzichtig moest zijn omdat ik heel belangrijke mensen heel erg boos ging maken.'
Totaal andere wending
In 2011 begon Laura Poitras aan een film over surveillance en de internationale hackergemeenschap. Ze filmde onder anderen Jacob Appelbaum, NSA-klokkenluider William Binney en Julian Assange in de Ecuadoraanse ambassade in Londen. 'Assange liet haar beloven een veilige plaats buiten de Verenigde Staten te kiezen om aan de opnames van hem te werken, zodat ze buiten de handen van de overheid en een dagvaarding zou blijven,' zegt Mathilde Bonnefoy, editor van Citizenfour en een van de weinige vertrouwelingen van Laura Poitras. Om haar filmmateriaal te beschermen, verhuisde Poitras in 2012 naar Berlijn en versleutelde al haar bestanden en communicatie.
Het was allemaal begonnen in 2006, toen Poitras aan de film My Country, My Country werkte, over de bezetting van Irak en de nasleep van 9/11. Op zowel binnenlandse als buitenlandse vluchten werd ze gestopt, ondervraagd, onderzocht, opgewacht en gevolgd. In 2010 kwam My Oath uit, over Guantanamo Bay, en werd het nog moeilijker voor haar om te reizen. Bij het inchecken kreeg ze geen instapkaart, ze werd uren ondervraagd, onderzocht en vastgehouden zonder dat ze precies wist waarom. 'Ik ben er harder van geworden, in het begin was ik naïef, ik dacht dat het een foutje was, ik ben tenslotte filmmaker, geen crimineel.'
In januari 2013 was Poitras aan het werk in Berlijn toen ze een versleutelde mail ontving van een anonieme bron die zich Citizenfour noemde. Wat er daarna gebeurde, beheerste maandenlang het nieuws. Edward Snowden was bekend met haar werk en wist dat ze over de nodige technische kennis beschikte. Aanvankelijk wilde hij niet gefilmd worden. 'De westerse media zijn geobsedeerd door persoonlijke verhalen. I'm not the story here.' Poitras wist hem te overtuigen en reisde naar New York, waar ze wachtte op aanwijzingen van Snowden (die ze toen alleen nog onder de naam Citizenfour kende). Vervolgens ontmoette ze hem in Hong Kong, waar hij haar en Glenn Greenwald de documenten gaf waarover hij niet langer wilde zwijgen. In Citizenfour zien we de acht dagen die daarop volgden: we zijn getuige van het ontstaan van een journalistieke scoop, maar bovenal van de risico's en volle overtuigingskracht waarmee alle betrokkenen werken.
Vanaf dat moment was duidelijk dat de film die ze in 2011 begonnen was een totaal andere wending zou krijgen. Poitras: 'Tot dat moment kwam ik zelf helemaal niet voor in de film. Maar opeens stond ik er middenin.' Er had zich een protagonist aangediend die niet alleen zijn eigen grenzen opzocht, maar ook die van de filmmaker.
'Niet om haar
In My Country, My Country zit een scène waarin de protagonist, dokter Riyadh, aan zijn bureau zit te werken als er een vrouw naar hem toekomt en hem uitnodigt voor een bruiloft. 'Je zal wel uitgeput zijn van al het harde werken?' Hij reageert niet en vraagt alleen: 'Hoe laat?' De vrouw vraagt de dokter: 'Is er dan geen geluk, na al het harde werken?' De arts kijkt besluiteloos, buiten slaan bommen in. 'Nou ja, er is niet veel om gelukkig over te zijn.'
Ik stel Poitras dezelfde vraag. Moe is ze in ieder geval niet zegt ze, nadat we elkaar rond vijven spreken na een dag vol interviews en fotoshoots. 'Helemaal niet zelfs,' vervolgt ze. 'Typisch Laura,' zal Bonnefoy later zeggen. 'Ze zal je geen moment het gevoel willen geven dat ze niet voor de volle honderd procent bij het interview is, al is ze doodmoe, ze blijft professioneel.' En gelukkig? Poitras: 'Ik ben blij dat je langzaam een verschuiving ziet, dat meer mensen zich bewust worden van surveillance, dat meer en meer journalisten communiceren via PGP en de Tor browser gebruiken. En ik ben heel gelukkig met de mensen met wie ik heb gewerkt, het was een fantastische artistieke ervaring.'
We probeerden al maanden af te spreken, maar de afgelopen tijd had ze alle pers afgehouden. 'Het werken aan de film was de laatste maanden heel intens en afgesloten van de wereld. Het voelde eigenlijk precies zoals de eerste scène die je ziet in de film, waarin we door die donkere tunnel in Hong Kong rijden.'
Poitras is 52 jaar en gaat altijd in het zwart gekleed. Haar lange zwarte haren zijn grijs aan de slapen en haar prangende grijsblauwe ogen fixeren je blik. Wegkijken is geen optie voor wie praat met Laura Poitras. Ze ziet er intens uit en zo spreekt ze ook; rustig, duidelijk en precies. Op een prettige en eloquente manier is ze in staat om het hele gesprek onder controle te houden zonder dat je het doorhebt. Ik stel vragen over haar leven in Berlijn, de vermeende onenigheid met Assange en Appelbaum, haar familie, de scheidslijn tussen voorzichtigheid en paranoia, maar krijg geen antwoorden. Misschien heeft het te maken met het feit dat ze al bijna tien jaar uitvoerig bestudeerd en ondervraagd wordt en geen controle heeft over wie wat van haar weet. Poitras is niet actief op sociale media bijvoorbeeld en geeft zelden interviews.
Ondanks het feit dat ze een van de hoofdpersonen is geworden in dit verhaal gaat het verhaal niet om haar. 'Het is nu nodig voor de promotie van de film, maar ik doe het liever niet. Het leidt af van waar het om gaat, namelijk de film,' meent Poitras. Volgens Bonnefoy moet Poitras ook zo werken als ze nieuwe films wil maken en daarvoor het vertrouwen van mensen moet winnen: 'Laura is geïnteresseerd in wat mensen doen, niet in wat ze zeggen. En dat is ook toepasbaar op haar. Ze praat niet veel over zichzelf, de films die ze maakt vertellen haar verhaal. Zo heeft ze altijd gewerkt, dat is echt hoe ze is, ze wil onder de radar blijven.'
Ik vraag Poitras of ze - net als ik - de gelijkenissen ziet tussen zichzelf en haar protagonisten; de noodzaak om een verhaal te vertellen, het verlaten van je land, niet met familie en vrienden kunnen zijn, de onzekerheid over de toekomst. Ze vindt het ronduit 'onzin' en vervolgt: 'Ik heb nooit mijn leven op het spel gezet zoals Snowden of dokter Riyadh.' Volgens Bonnefoy is Poitras er van overtuigd dat de mensen die ze in haar films laat zien het veel moeilijker hebben en veel grotere risico's hebben genomen. 'Ondanks het feit dat zij ook in behoorlijk lastige situaties is geweest. Ze is echt een ongelooflijk dappere vrouw.'
Keyser Söze
Greenwalds bijnaam voor Poitras is Keyser Söze, verwijzend naar het personage in de film The Usual Suspects die als eigenlijke brein van de operatie een bijrol inneemt. Bonnefoy beaamt Laura's positie als mastermind: 'Laura heeft ons, maar ook Glenn, alles uitgelegd over de gevolgen en implicaties van het maken van deze film. Dat we geen telefoons mee moesten nemen, welke computers we wel en niet konden gebruiken, hoe we versleuteld moesten communiceren, waar we kopieën moesten bewaren. Ze is heel professioneel.'
Ongeveer een jaar geleden was ik op een Surveillance Teach-In in Berlijn waar Laura Poitras, Jacob Appelbaum en William Binney spraken. Zonder zich te verontschuldigen verliet Poitras na een paar minuten het podium en ging aan de zijkant op de bank zitten. Ze bestelde een thee en luisterde een uur in stilte naar haar medesprekers. Iedereen was vergeten dat ze er was totdat ze opstond en een vraag uit het publiek zo snel en messcherp wist te beantwoorden dat ze zich in drie zinnen onvergetelijk maakte. Daar ligt haar grote kracht: als je vergeten bent dat ze er is, stapt ze in beeld en verandert het perspectief van de toeschouwer.
Vreedzame revolutie
De werelden waarin Poitras zich begeeft en waar zij over vertelt in haar films, worden grotendeels gedomineerd door mannen: oorlog, gevangenissen, hackers en surveillance. Deze mannen zijn haar protagonisten; dokter Riyadh in Irak, de schoonbroers Abu Jandal en Salim Hamdam die beiden voor Osama bin Laden hebben gewerkt in The Oath en Edward Snowden in haar laatste film. Abu Jandal zegt in The Oath: 'Relaties zijn een vorm van kunst, je moet mensen begrijpen om ze voor je te winnen, om hen te overtuigen en om bewustzijn te verspreiden.' Dat geldt ook voor Poitras.
Ze heeft de verhalen van deze mannen nodig om haar eigen persoonlijke verhaal te kunnen vertellen. Verhalen over complexe politieke structuren en systemen, verhalen over bewustzijn en macht, over het belang van vrijheid voor een functionerende democratie, maar bovenal: het verhaal dat er altijd hoop is in het individu. Poitras: 'Zoals de kracht en de gevolgen van de vreedzame revolutie in Leipzig in 1989, dat inspireert mij enorm. Het woord vrede, dat ik tijdens de screening in Leipzig hoorde, ontroerde me. Peace, ik heb het zo lang niet gehoord, mijn land is al dertien jaar in oorlog.'
'De overdaad aan mannen in de films wordt gecompenseerd met vrouwen in het team,' grapt Dirk Wilutzky, producent van de film. 'Ik moest me hier maandenlang staande zien te houden.' Met zijn vijven waren ze in het diepste geheim aan het werk. Kirsten Johnson, Katy Scoggin ('Ik zou een maand overkomen uit New York om te helpen en het is nu een jaar later, het is onmogelijk deze nieuwe familie te verlaten'), Bonnefoy, Wilutzky en Poitras. 'Het is een vrouwelijke film die mannen portretteert,' meent Bonnefoy. 'De benaderingswijze is niet zo in your face, het is een aandachtige film die het onderwerp op een empathische manier benadert. Je hebt Laura die filmt, luistert, toekijkt en empathie laat zien, terwijl de anderen druk bezig zijn met hun eigen dingen, hun ego en belangen.'
Cinéma vérité thriller
Die anderen zijn in dit geval de sterren van het huidige surveillance-toneel, de helden die elkaar publiekelijk afvallen en steunen, met name over de vraag aan wie de Snowden-documenten nu het meeste toebehoren: Julian Assange, Jacob Appelbaum, Glenn Greenwald en Edward Snowden. Poitras kijkt toe van de zijlijn, ze was even van het podium afgestapt om een jaar later deze film uit te brengen. De snelheid van de openbaringen en het nieuws heeft Poitras zelf ook verbaasd: 'Ik werk veel langzamer dan Glenn, in het begin was ik echt verbaasd over zijn enorme publicatiesnelheid.'
De kracht van haar werk zit niet in de snelheid, maar haar observaties zijn dringend. Het verhaal van Citizenfour is zo groot, de feiten over metadata zijn zo onbegrijpelijk abstract in omvang, dat het een persoonlijke geschiedenis nodig heeft. 'Wir brauchen Helden,' zegt Wilutzky. 'Als de film afgelopen is, heerst er een bijzondere sfeer onder het publiek, iets wat ik nog nooit eerder heb meegemaakt. Een tedere, geroerde, open, haast emotionele betrokkenheid bij het verhaal. Omdat het een film is die ons allemaal aangaat.'
De enige momenten in ons gesprek waarin Poitras' ogen gaan glanzen en ze vrij en vol enthousiasme praat, is als ze het heeft over de creatieve vrijheid die ze voelde tijdens het maken van Citizenfour, toen ze haar journalistieke verplichtingen achter zich had gelaten. 'Vanaf het begin wist ik dat ik geen typische documentaire wilde maken maar een cinéma vérité thriller. Heb je Lola Rennt gezien? Mathilde Bonnefoy was de editor van die film, zo geweldig goed. Ik moest en zou met haar werken.'
De half-Franse Bonnefoy heeft veel ervaring met de waarheidsgetrouwe documentairestijl waarin de interactie tussen de filmmaker en de gefilmde centraal staat. 'Het zijn snelle, niet ingestudeerde shots van reacties en gesprekken. Zo filmt Laura altijd al, maar ze wilde graag werken met iemand die veel fictiefilms heeft gemaakt en er daardoor een stukje drama in kon brengen.'
En drama kwam er. Beelden van versleutelde PGP-berichten, heftige muziek, verscheurde briefjes met geheime boodschappen en onscherpe computerschermen worden afgewisseld met close-ups van Snowdens poriën en literatuur (voor de kenner: Homeland, van Cory Doctorow), de honden van Greenwald en een bewogen speech van Binney. Als kijker voelt het alsof je meegenomen wordt in een mengeling van waargebeurd drama, Matrix-hectiek en een real-life John le Carré-thriller.
Brandalarm
Een veelbesproken scène in Citizenfour is het moment dat Snowden zijn wachtwoord invoert om bestanden over te zetten en als een ouderwetse fotograaf onder zijn mantel of power kruipt, zodat niets van wat hij intypt stiekem opgenomen kan worden. Je ziet de verwarring en ironie in de ogen van Greenwald, 'Oké, op dit punt in mijn leven verbaas ik me helemaal nergens meer over.' Dan gaat opeens het brandalarm af. Toeval? De grens van voorzichtigheid en paranoia is constant aanwezig. Ook tijdens het maken van de film.
In het huis waar Poitras de eerste mails van Snowden ontving, ontmoet ik Bonnefoy en haar echtgenoot Dirk Wilutzky, producent van de film. Het appartement is vredig, ruim, licht en staat vol boeken en planten. Die gezelligheid staat in groot contrast met de witte kale studio ernaast, waar het filmbedrijf van Poitras is gevestigd. De grote sloten op de deur verraden de angst voor inbraak.
Op Bonnefoys bureau ligt een stapeltje films, bovenop ligt All the President's Men, de politieke thriller naar aanleiding van het boek dat journalisten Carl Bernstein en Bob Woodward schreven over het Watergateschandaal. Net als ten tijde van Watergate was het ook tijdens het maken van Citizenfour soms het beste om elkaar alleen te ontmoeten op openbare plekken als parkeergarages en restaurants. Thuis of in de studio werd niet gesproken over geheime en gevoelige informatie. Gecommuniceerd werd er via briefjes.
'Ik was alleen aan het werk en bezig met de edit van heel gevoelig materiaal en opeens was er een bericht dat TrueCrypt niet meer veilig was, waarschijnlijk omdat de NSA inzicht in alle sourcecodes wilde hebben,' vertelt Bonnefoy. TrueCrypt is een softwareprogramma waarmee alle harddrives werden versleuteld tijdens het maken van de film. In mei stopte het programma om mysterieuze redenen.'We hebben nog steeds geen idee waarom en we wisten niet zeker of het iets te maken had met ons. In allerijl hebben we elkaar toen ontmoet op een openbare plek en de harddrives uitgewisseld en naar verschillende locaties gebracht. Het was pure paniek, alsof we in een slechte film waren beland.'
Een voorrecht
Aan het einde van ons gesprek lijkt het erop dat er iets mis is gegaan met de opname van het interview. 'Ik kan de NSA wel even bellen of ze een kopie van je interview willen opsturen,' grapt Wilutzky. Even daarvoor zei hij dat het haast onmogelijk is dat het huis niet wordt afgeluisterd. 'Een heleboel problemen voor Amerika, Engeland, Duitsland, Nederland zijn hier in deze studio en in dit huis ontstaan.' Wilutzky denk niet dat er iemand in hun huis is geweest om apparatuur te verstoppen. 'Waarom zouden ze het risico nemen? We dragen de hele dag onze eigen opnameapparatuur bij ons,' zegt hij wijzend op zijn iPhone en computer.
Toen Poitras de eerste mails van Snowden ontving, sprak ze met Bonnefoy en Wilutzky over de mogelijke impact en gevaren. 'Voor ons is er geen enkel moment geweest dat we getwijfeld hebben of we nog wel verder wilden. Echt. Het voelde als een voorrecht,' zegt Bonnefoy. Wilutzky vult haar aan: 'We hebben vertellers en vertalers als Laura nodig. Als je terugkijkt op de geschiedenis, wil je weten dat je aan de goede kant hebt gestaan.'
WIE Laura Poitras (1962).
BEKEND VAN Voornamelijk als journalist en filmmaker. Citizenfour is haar zesde film en het derde deel van een trilogie over de nasleep van 9/11. Poitras heeft voor haar werk als journalist en filmmaker verschillende prijzen gewonnen, waaronder de George Polk Award, de Ridenhour Prize for Truth-Telling, de Cinematography Award van het Sundance Film Festival en de True Vision Award, en samen met Glenn Greenwald, Ewen MacAskill en Barton Gellman is zij de winnaar van de Pulitzer Prize 2014.
WAAROM Ze heeft net haar nieuwe film Citizenfour uitgebracht, die wordt genoemd als grote kanshebber bij de Oscars.
ENZ Na haar middelbare school verhuiste Poitras naar San Francisco, waar ze onder meer in het beroemde sterrenrestaurant Masa’s werkte als chef. Na tien jaar hield ze dat voor gezien omdat het koken voor haar niet genoeg artistieke zeggingskracht had, zou ze later in verschillende interviews zeggen. Aanleiding was een filmcursus bij de experimentele filmmaker Ernie Gehr op het San Francisco Art Institute. In 1992 vertrok ze naar New York, waar ze aan de New School media en sociologie studeerde en verder werkte aan haar films.
Dit artikel werd gepubliceerd in Vrij Nederland #47, op 30 november 2014

